21 januari 2015
"en al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus en ons de bediening der verzoening gegeven heeft."
In deze tekst benoemt Paulus wat het hart van de prediking is.
Verzoening heeft alles te maken met 'iets goedmaken'. Maar niet alle dingen zijn goed te maken met het zeggen van 'sorry, het spijt me.' Als iemand schade is toegebracht dan moet die schade ook vergoed worden. Door de dader natuurlijk. Zo hebben wij naar God toe heel wat goed te maken. Omdat wij Zijn wetten, en Zijn wezen hebben aangetast en geschonden. Waardoor Zijn straf over ons wordt opgeroepen, waardoor wij schuldig staan. Maar nu heeft God Zelf in Zijn Zoon de straf gedragen en gehoorzaamheid vervuld. Niet de dader(s) maar God brengt de vergoeding teweeg. Dat is verzoening. Dat God in Christus betaald, opbrengt, volbrengt waar de mensheid toe verschuldigd was.
Dan valt op dat dat helemaal door God gedaan is. Daar heeft de mensheid, daar heeft geen mens om gevraagd, want Gód was verzoenende. Daar heeft geen mens iets aan bijgedragen want God was in Chrístus verzoenende. Het ging van God uit, het werd door God gedaan, het was op God gericht. Er is verzoening! Met een geweldige waarde en ruimte.
En met die verzoening komt God tot mensen in de prediking.
En wat gebeurt er nou precies in de preek? Dat zou je met het volgende voorbeeld kunnen vergelijken. Twee legers trekken elkaar tegemoet om tot een treffen te komen. Het ene leger is groot, sterk en perfect bewapend. Terwijl het andere leger uiterst klein is, zwak en nagenoeg zonder bewapening. Als het tot een treffen komt is de uitslag te voorzien. Het zwakke, kleine leger zal een roemloos onderspit delven. Maar:uit het grote leger maakt zich iemand los, komt iemand naar voren toe. En die afgezant van het machtige leger knielt voor de leider van het zwakke leger en vraagt, smeekt om het alsjeblieft niet tot een treffen te laten komen.
Dan zijn er twee dingen opvallend, bijzonder. Het éne dat het de omgekeerde wereld is. Je zou verwachten dat dat zwakke leger zou smeken om het niet tot een treffen te laten komen, maar juist dat sterke leger wil de strijd voorkomen. En het tweede dat je aanvoelt: nu gaat erom. Zal dat zwakke leger erop ingaan? Want als iemand dit weigert, dan houd je je hart vast.
U voelt de parallel wel. De machtige, grote God en wij mensen, zwak en schuldig gaan op elkaar af. En zullen elkaar eens ontmoeten voor Zijn rechterstoel. En je kunt op je vingers narekenen hoe dat afloopt, als het tussen God en een mens tot een treffen komt: wij gaan roemloos ten onder. Dat is de achtergrond, het kader, van elke preek.
Wat gebeurt er dan in de preek? De grote God, Die echt niks van ons te vrezen heeft, zend een afgezant en laat vragen: laat u met Mij verzoenen, laten we vrede sluiten. Mijn Zoon heeft verzoening aangebracht, Jezus Christus heeft betaald en voldaan, daarom wil Ik om Hem vrede aanbieden: laat je dat toch welgevallen, aanvaard dat toch! Met alle bewogenheid en aandrang biedt God ons de verzoening in Christus aan. Hij wil vrede, Hij zoekt onze ondergang te voorkomen.
En dan geldt ook dat tweede punt wat we signaleerden:nu gaat het erom! Voor wie deze smeking van God afwijst en Jezus wegduwt, houd je je hart vast. Dan wordt Gods toorn tot wraak. Wat we hier in Gods huis met de preek doen dat komt terug voor Gods rechterstoel.
Daarom en zo wil de bediening van de verzoening tot de beleving van de verzoening brengen. Door de overgave aan de ons aangeboden Christus. De persoonlijke beleving dat Hij voor míj stierf en dat míj gold: Ik voor u…." Ik ben met God verzoend. Hij is zonde geworden voor ons, en wij rechtvaardigheid door Hem. Hij heeft onze plaats ingenomen: betalend, volbrengend. Zo persoonlijk. En ook zo zeker: God ziet mij aan als had ik nooit zonde gehad of gedaan. Zo volmaakt door God gezien in Christus. En dat is ook zo rijk: Kind van de Vader, erfgenaam van het eeuwige leven. En zo een nieuw schepsel. Overgegaan, overgezet van de dood in het leven, gemaakt van vijand tot vriend, gered van Zijn toorn, gesteld in Zijn gunst. Om te horen:"Ik heb u ontvangen van de Vader voor de grondlegging der wereld. Ik kocht u en droeg u op Mijn hart. Ik trok u met koorden van liefde en kracht. Ik gaf u tot onderpand en eersteling Mijn Heilige Geest."
En dat geloof, die beleving van de verzoening, moet door de bediening van de verzoening ook steeds weer onderhouden worden. Want dat geloof is geen ijzeren paal, die God in je leven zet en die staat er en daar hoeft nooit meer iets aan gedaan te worden. Nee, dat geloof, die beleving van de verzoening is een plant die in je leven geplant wordt.
Die gevoed wordt door de bediening van de verzoening. Laten we daarom, als voorgangers en als gemeente, de bediening der verzoening hoogachten.
Bron: https://hervormdwaarder.nl/nieuws+en+overdenking/10001/Meditatie:-2-Korinthe-5:18.html