Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus, Zondag 7, vraag en antwoord 21

Schriftlezing: Romeinen 10:5-17

1 Waar geloof

Geloof is beslissend voor de zaligheid. Alles wat van waarde is wordt nagemaakt. De duivel maakt geloof na: schijngeloof. Denk aan de gelijkenissen van de zaaier, van het onkruid, van de wijze en dwaze maagden. Denk aan Saul, Demas, Judas. Daar moet aandacht voor blijven. Naar anderen toe. En naar onszelf toe. Beproeft uzelf of ge in het (ware) geloof zijt.

Het ware geloof is als een bloem: een stengel en een (geopende) knop. De stengel draagt de knop, maar een stengel zonder knop is niets waard. De stengel is het beamen van het Woord. De bloem is het vertrouwen in de Heere Jezus tot vergeving.

2 Woord en geloof (de stengel)

Het ware geloof is verbonden aan het Woord. In vier opzichten.

• Het Woord is de bron. Niet wat ik vind of wil, maar wat het Woord zegt. Geloofsleven herkent zich meer en meer in de Psalmen.
• Het Woord is de basis. Het Woord van wet en Evangelie. De wet die ontdekt en verbrijzelt. Het Evangelie dat verblijdt en verwondert.
• Het Woord is het brood. Voedsel voor het geloof. Lees (heel) de Bijbel en het geloof hongert naar het Woord. Hoe gezonder, hoe meer honger.
• Het Woord noemt beide. Vergeving én vernieuwing. Jezus Christus is niet half verkrijgbaar, Hij maakt volkomen zalig.
  
  

3 Vertrouwen en geloof (de knop)

Geloof vertrouwt dat mijn zonden zijn vergeven, God mijn Vader is, en ik erfgenaam van het eeuwige leven ben. Vanuit het aanbod van Christus, dat mij in het Evangelie wordt gedaan. Het is altijd een nochtans geloof, tegen mijn geweten in. Twee opmerkingen:

a) Groot geloof vult heel het hart, klein geloof niet en dan is er plaats voor twijfel en ongeloof. Dan is het geloof er wel (goudstaafje in de emmer), maar je merkt het niet of nauwelijks.
b) Zekerheid van gevoel is vertrouwen met de meewind van de ervaring van Gods nabijheid. Zekerheid van geloof is vertrouwen in de tegenwind van het (ontbreken van) gevoel.

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Er is schijngeloof dat op het ware lijkt. Wat doet die Bijbelse waarheid met u?
2. Welke van de 4 elementen mbt het Woord heeft u het meeste te zeggen?
3. Geloven is vertrouwen. Wat belemmert dat vertrouwen bij u?
4. Groot en klein geloof. Herkent u dat? Hoe gaat u daarmee om?
5. Welke Psalm geeft iets kenmerkends van uw geloofsleven weer? Welke Psalm staat ver(der) van u af?