Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus,
Zondag 13 vraag en antwoord 34

Romeinen 6:11-17, 1 Korinthe 6:13-20

Onze Heere

Opnieuw een Naam van Gods Zoon: Heere. Dat betekent: Eigenaar.  

1. Geknecht

Een term uit de vroegere slavenwereld. Heren hadden slaven. Sommige heren waren wreed, meedogenloos. Er waren ook goede heren, die hun slaven als kinderen behandelden. Daarom ook slaven kochten. 

Jezus als Heere is de beste Eigenaar. Hij zorgt, Hij vraagt billijke dingen, Hij neemt uiteindelijk op in het Vaderhuis. Kent u Hem zo?

Wat een wonder. I Petrus 1:18-19/I Corinthe 6:20. Wij zijn zondaren. Dat houdt in: wij zijn van de zonde. Slaaf van de zonde. We vinden het heerlijk. En de zonde beloont met het eeuwige verderf. 

2. Gekocht

Jezus Christus wil zondaren gelukkig maken. Zondaren overnemen. Dan moet Hij hen kopen. De wet bepaalt de prijs: volkomen gehoorzaamheid en vloek dragen. Dat kost Jezus Zijn leven, Zijn bloed. Hij doet het omdat Hij zondaren liefheeft. Van wie kunnen we beter zijn dan van Hem? Bent u geraakt door Hem? Van eigenaar veranderd?

Dan zijn wij gekocht. Duur gekocht en dus door hem beveiligd. Hij wil me nooit meer kwijt. Hij bewaart soms wonderlijk, maar wel zeker. Wat zijn we arm als wij nog steeds van de zonde zijn…… Hij komt voorbij in het Woord. Roep Hem aan om ontferming.

3. Verlost

En Hij heeft uit alle heerschappij van de duivel verlost. Denk aan zo’n slaaf die was gekocht door een andere eigenaar. Als de vorige eigenaar terugkomt en weer wat eist dan zegt die slaaf: dat mag niet, je hebt geen zeggenschap meer, ik ben van je heerschappij verlost. Wie eigendom van Jezus is, over hem/haar heeft de duivel niets meer te zeggen. Wat moeten we ons schamen als we toch ingaan op zijn verzoekingen. 1 Korinthe 6 / Romeinen 6.

Dat geldt temeer omdat de zonde, de duivel onze vorige eigenaar is die ons wilde verderven. Als een gijzelnemer. Als die weer terugkomt dan schrikt de vrijgekochte toch? En die vlucht weg! Als de zonde, onze vorige gijzelnemer weer komt, zouden we dan niet schrikken en wegvluchten ipv luisteren en op hem ingaan?

Wat is zonde erg. Ondankbaar tav Jezus en dwaas tav mijzelf. God dienen is niet: ietsje anders gaan leven, maar Jezus dienen uit dankbaarheid. Gehoorzaamheid is mijn liefste wens geworden. “Jezus, mijn Heere, U te kennen maakt zo zalig, U te dienen maakt zo blij”.

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Wat zijn verschillen tussen de zonde als eigenaar en Jezus als eigenaar?
2. Wat houdt het allemaal in als je mag zeggen: Jezus is mijn Heere?
3. Wat kunnen we leren mbt onze houding tegen de zonde?
4. Hoe wordt Jezus ook ‘mijn’ Heere? Of hoe is Hij dat geworden?