Hervormde Gemeente Waarder

Heidelberger catechismus,
Zondag 17 vraag en antwoord 45

Romeinen 4:25, I Petrus 1:3, Handelingen 5:31

In Jezus lijden zien wij vooral Zijn liefde, in Zijn verhoging vooral Zijn macht.

1. Gerechtigheid verworven

Met Zijn opstanding heeft Jezus de dood overwonnen. De 3e wachtpost voor satans rijk. Eerst staat er de zonde, toen stond er de duivel, en tenslotte de dood. Jezus overwon in Zijn leven de zonde, in Zijn sterven de duivel, in Zijn opstanding de dood. 

Dat wil niet zeggen dat er nu minder (jonge) mensen sterven. Want streven is niet het eigenlijke probleem van ons leven, het is een symptoom.

Het diepste probleem is de zonde. Romeinen 4:25 zegt dat Jezus ‘is overgeleverd om onze zonden en is opgewekt om onze rechtvaardigmaking.’  Omwille van onze zonden heeft Hij door Zijn lijden de gerechtigheid verworven, die voor God bestaan kan. Door Zijn opstanding kan Hij die gerechtigheid ook uitdelen, deelachtig maken. Deelachtig maken betekent: in bezit geven, tot eigendom maken. Opdat wij rechtvaardig gemaakt worden. 

2. Geloof gegeven

Vergelijk het voorbeeld van de oudste broer die een goudschat gaat zoeken in Amerika. Maar Hij verongelukt en ligt met de schat in zijn armen in de goudmijn. Dan zullen zijn broers hem en die schat gaan zoeken. Maar als Jezus in dood was gebleven met de schat van Zijn gerechtigheid dan zou niemand Hem gaan zoeken!

Kunnen en willen wij zelf de gerechtigheid verwerven? Nee.
Kunnen en willen wij zelf de gerechtigheid ons laten geven? Nee! Daar zorgt Jezus, de Opgestane, voor door ons tot geloof te brengen.  

Daarom zegt I Petrus 1:3 dat God ‘ons heeft wedergeboren tot een levende doop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden’. Goed om bij stil te staan. Ook als je gelooft. Om weer te zien waar je dat aan te danken hebt. En om te toetsen: is mijn geloof het ware?

Want ik ben van nature iemand die de gerechtigheid niet nodig denkt te hebben (blind). En daarna hem niet wil hebben (onwillig). En vervolgens hem niet durft te ontvangen (onmachtig). Maar Jezus Christus, de Opgestane, doet ons wederom geboren worden. Zijn macht! Wij zien dat we Zijn gerechtigheid nodig hebben. We willen die ook ontvangen. En wij durven die ook in ontvangst te nemen. En wij geloven en omhelzen Zijn gerechtigheid. 

3. Gerechtigheid en geloof ontvangen

Zo maakt Jezus het waar dat Hij ‘is opgewekt om Israel te geven bekering en vergeving der zonden’ (Handelingen 5:31).
Zo ben ik verlost! Wat een verlossing. Door Jezus verdiend en toegepast aan mij! Wat verdiept dat mijn ellendekennis: ik was onwillig om me te laten redden. Wat verrijkt dat mijn dankbaarheid: alles, alles is aan Hem te danken. Leer mij U danken daarvoor. 

Wat een troost als ik niet kan geloven. Ik merk dat ik het niet zie, niet wil, niet durf. Bij de Opgestane is raad en uitkomst!

Is ons geloof van dit soort? Dan hangt mijn geloofsleven helemaal van Hem af. Als een zak die je omhooghoudt. Maar laat je hem los, dan zakt hij in. Ik beschik niet over mijn geloof, ik heb het niet voor het grijpen als ik het nodig heb. Het is puur afhankelijk van God, in welke mate Hij het geeft. 

Hoe geeft de opgestane Christus dan dit geloof? Door Zijn Geest. En Die werkt door het Woord, door de prediking. Het Woord predikt: Jezus’ gerechtigheid is er. U hebt die nodig! Ja, ook u. U mag die ontvangen, ja ook u. En dan? Dan negeer ik dat door eigen schuld. Of: ik omhels het door de kracht van Zijn opstanding.

Vragen om te bespreken of te overdenken:

1. Iemand zegt: ‘Jezus heeft de dood overwonnen en toch heeft de dood nog zoveel macht.’ Wat zou u daarop antwoorden?
2. Hebt u wel eens gemerkt dat u niet kunt geloven? Wanneer en hoe merkte u dat?
3. Wat doet het u dat het verwerven én het toepassen van de gerechtigheid allebei het werk van Jezus zijn?
4. Wat is het verschil tussen je onmachtig en afhankelijk weten aan de ene kant en lijdelijk zijn aan de andere kant?
5. Probeer over 1 van de 3 genoemde Bijbelteksten nog eens uitvoeriger na te denken.