01 maart 2023
Ze wordt wel het heilige der heilige genoemd: Gethsémané, hof aan de voet van de Olijfberg, tegenover Jeruzalem. Het is de plaats waar de Heiland na een bange worsteling de lijdensbeker uit handen van Zijn Vader aanvaardt. Wie de hof binnengaat, mag de schoenen wel van de voeten doen, want de plaats waarop hij staat, is heilig land.
We willen er in de prediking tijdens de lijdensweken in het bijzonder bij stil staan. De eerste preek hopen we te houden over Mattheüs 26:36-46. De evangelist schrijft in dat gedeelte dat de Heere Jezus kort na het betreden van de hof ‘bedroefd en zeer beangst’ werd. Wat was er de reden van? Hij riep op zeker moment uit: ‘Mijn ziel is bedroefd tot de dood toe’ (Matth. 26:38). Hoe kwam het?
In de week van voorbereiding op de viering van het Heilig Avondmaal willen we onder andere letten op de versterking die de Heere Jezus ontvangt van een engel. Lukas schrijft erover. ‘En van Hem werd gezien een engel uit de hemel, die Hem versterkte’ (Luk. 22:43). We zullen zien dat de engel in het hart van de Heiland zowel vertroosting als vrees teweeg heeft gebracht.
Laten we bidden om de leiding en het licht van de Heilige Geest. Laten we Hem ook bidden om Zijn krachtig werk in ons aller hart. Hem hebben we nodig om met zegen te luisteren naar het Woord en de verkondiging ervan. De Heilige Geest opent harten. Hij schenkt geloof. Hij geeft ogen om op Christus te zien, handen om de Heiland aan te nemen en in het hart tes sluiten.
Treffend is wat C. H. Spurgeon schrijft over Gethsémané. We geven het graag aan u door. ‘Wanneer wij letten op Jezus in de hof, dan leren wij de voortreffelijkheid en de volkomenheid van de verzoening kennen. Hoe zwart, hoe bezoedeld, hoe verfoeilijk ik ook ben in de ogen van God –ik voel mij slechts geschikt om in het diepst van de hel te worden geworpen, en het verwondert mij, dat God mij al niet lang geleden daarin heeft geworpen—ik ga Gethsémané binnen, ik tuur onder de knoestige olijfbomen, en ik zie mijn Zaligmaker. Ja, ik zie Hem zich in angst wentelen op de grond, en ik hoor Hem kreunen, zoals nooit tevoren een menselijke borst heeft gekreund. Ik kijk naar de aarde e zie haar rood van zijn bloed, terwijl zijn gelaat is besmeurd met geronnen bloed, en ik zeg bij mijzelf: ‘Mijn God, mijn Zaligmaker, wat is er met U?’ Ik hoor Hem antwoorden: ‘Ik lijd om uw zonden’, en dan ben ik getroost, want terwijl ik graag mijn Heere zulk een angst had bespaard –nu de angst voorbij is, kan ik begrijpen hoe de Heere mij kan sparen, omdat Hij Zijn Zoon tuchtigde in mijn plaats…’ (C. H. Spurgeon).
Bron: https://hervormdwaarder.nl/nieuws+en+overdenking/11914/Preken-over-Gethsman.html